SV | Toen trok Horam, de koning van Gezer, op, om Lachis te helpen; maar Jozua sloeg hem en zijn volk, totdat hij hem geen overigen overliet. |
WLC | אָ֣ז עָלָ֗ה הֹרָם֙ מֶ֣לֶךְ גֶּ֔זֶר לַעְזֹ֖ר אֶת־לָכִ֑ישׁ וַיַּכֵּ֤הוּ יְהֹושֻׁ֙עַ֙ וְאֶת־עַמֹּ֔ו עַד־בִּלְתִּ֥י הִשְׁאִֽיר־לֹ֖ו שָׂרִֽיד׃ |
Trans. | ’āz ‘ālâ hōrām meleḵə gezer la‘əzōr ’eṯ-lāḵîš wayyakēhû yəhwōšu‘a wə’eṯ-‘ammwō ‘aḏ-bilətî hišə’îr-lwō śārîḏ: |
Toen trok Horam, de koning van Gezer, op, om Lachis te helpen; maar Jozua sloeg hem en zijn volk, totdat hij hem geen overigen overliet.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen trok Horam, de koning van Gezer, op, om Lachis te helpen; maar Jozua sloeg hem en zijn volk, totdat hij hem geen overigen overliet.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!